INTERVIEW
Met 1000 ton rogge naar Rotterdam
De Rijn verbindt Duisburg met de grootste zeehavens van Europa. Voor de binnenvaart is deze route van enorm belang. Onderweg met de ‘MS Spes Mea’.
Terwijl Duisburg nog slaapt, passeert Bernd Kiepe de monding van de Ruhr in de Rijn. De klok wijst 6.20 uur aan op deze juli zondag wanneer de schipper onder de Friedrich-Ebert-Brug doorvaart. Zijn ‘MS Spes Mea’ heeft nog 222 Rijnkilometers voor de boeg. De bestemming: Rotterdam. “In de avonduren zullen we daar in de Maashaven aankomen,” zegt Kiepe.
In de laadruimen liggen 1000 ton rogge opgeslagen. Het graan komt uit een meelfabriek in Maagdenburg. Kiepe vervoert de lading via het Ruhrgebied naar de Nederlandse havenstad. Een klant in Rotterdam verwerkt de rogge in een industriële bakkerij. Tussen de grootste binnenhaven ter wereld en de grootste zeehaven van Europa kent Kiepe elke oeverbocht. Honderden keren heeft hij deze route al afgelegd.
De 39-jarige komt uit een binnenvaartfamilie. Al vijf generaties varen de Kiepes over de Europese waterwegen. “Mijn weg leidde me van de kraamkamer rechtstreeks naar de stuurhut,” zegt de in de Eemslander geboren schipper.
Kiepe zat als kind op de schoot van zijn opa terwijl die door de haven van Duisburg voer. Als tiener volgde hij zijn opleiding tot binnenvaartschipper op het schoolschip ‘Rhein’ in de wijk Homberg. “We gingen in Duisburg ook graag eens de stad in,” vertelt Kiepe lachend.
Na zijn opleiding deed hij ervaring op aan boord, behaalde de vereiste patenten en begon in 2013 als zelfstandig schipper. De ‘MS Spes Mea’ nam hij over van zijn vader. Het motorschip, gebouwd in 1963, heeft onderdeks een eigen woning. Daar woont Bernd Kiepe samen met zijn vrouw Britta. Ook scheepshond Henry is bij de tochten vaak van de partij. Het gezin bezit wel een huis bij Schüttorf in Nedersaksen, “maar dat beschouwen we meer als ons vakantieverblijf,” aldus Kiepe.
Hij vervolgt zijn tocht door de tad waar hij zijn opleiding volgde. Hij ziet de hoogovens van Thyssenkrupp, vroege sporters in de Rijnweiden en het krachtstation van Walsum. Zijn favoriete plek in Duisburg ligt echter verder zuidelijk. “Ik vind de binnenhaven met al die restaurants erg mooi,” zegt hij. “Daar heeft de stad echt iets goeds van gemaakt.”
Kiepe werkt als particulier. Zo heten ondernemers die ook zelf aan het roer staan. “Ik geniet van de vrijheid die mijn werk me biedt,” zegt hij. Toch is hij geen eenling. Enkele jaren geleden sloot hij zich aan bij de ‘Nederlandse Particuliere Rijnvaart-Centrale’ (NPRC). De coöperatie telt 160 leden. De scheepseigenaren willen samen het goederenvervoer over water versterken en staan elkaar bij waar nodig.
De NPRC heeft haar hoofdkantoor in Rotterdam. Een bijkantoor bevindt zich in Ruhrort. Lydia Hoyer werkt daar als procuratiehoudster. Vanaf haar kantoor zijn het slechts enkele meters tot het water. “De locatie Duisburg is van enorm belang voor de Europese economie,” zegt Hoyer. De Ruhrgebiedsstad noemt ze een ‘knooppunt in West-Europa’. Vanuit Duisburg gaat de lading vaak naar Rotterdam en vandaar op de grote zeeschepen.
De ‘MS Spes Mea’ heeft Duisburg inmiddels achter zich gelaten en koerst richting de Nederrijn. Britta Kiepe opent de deur van de stuurhut en geeft haar man een bord met belegde broodjes en een kop espresso. “Tijd voor ontbijt”, zegt de schipper. Hij verlaat zijn post hooguit voor een toiletpauze; dan neemt zijn vrouw het roer over.
Een stem klinkt via de marifoon. “Iemand vraagt me om ruimte te maken,” legt Kiepe uit. Hij mindert vaart en laat een ander binnenvaartschip passeren. “In onze branche heerst groot respect onder collega’s,” zegt hij. “Zwarte schapen zijn er nauwelijks.”
De steden van de Nederrijn glijden langzaam voorbij. In Xanten ligt de toeristische veerboot ‘Keer tröch II’ nog voor anker. In Rees luisteren jongeren aan de oever naar muziek. En in Emmerik fietst een stel over de langste hangbrug van Duitsland.
Bernd Kiepe passeert dit stalen monument meerdere keren per jaar. Soms vervoert hij cacaobonen, een natuurproduct uit Nigeria. Via de haven van Rotterdam en het knooppunt Duisburg gaan ze naar een klant in Mannheim. Ook gerst of veevoer transporteert Kiepe over de Rijn. “Het werk is afwisselend, zeker omdat ik op wisselende routes vaar,” zegt hij.
Het is inmiddels twaalf uur ’s middags. Kiepe vaart nu op Nederlands water. Er is meer verkeer op de Rijn dan in Duitsland. “De Nederlanders zijn een zeevarend volk, ook op de rivieren is het hier altijd druk,” legt hij uit. In Nijmegen vindt die zondag een groot stadsfeest plaats. De binnenstad is vol; mensen staan langs de kade en zwaaien naar de schepen.
De uren verstrijken terwijl het landschap voorbijtrekt. Wanneer Kiepe opnieuw op de boordcomputer kijkt, is het 18.20 uur. “Over anderhalf uur zijn we er,” zegt de kapitein. Aan de horizon verschijnen de eerste hoge gebouwen. Een Nederlander meldt zich via de radio en wijst Kiepe zijn aanlegplaats in Rotterdam toe. De Duitser antwoordt in vloeiend Nederlands. “Ik ben maar een paar minuten van de grens opgegroeid,” vertelt hij. “In mijn beroep is het zeker een voordeel dat ik de taal spreek.”
De grootstedelijke sfeer is voelbaar: Kiepe heeft Rotterdam bereikt. Met de ‘MS Spes Mea’ vaart hij onder de witte Erasmusbrug door en bereikt kort voor acht uur zijn bestemming. Hij zet de motor uit. “Nu nog wat eten en dan snel naar bed,” zegt hij.
Voor maandagmorgen om zeven uur heeft zijn klant zich aangekondigd. Medewerkers halen dan de 1000 ton rogge met een hydraulische kraan uit de laadruimen. Minder dan drie uur duurt het lossen.
Daarna bereidt Bernd Kiepe zich voor op zijn volgende reizen. Amsterdam staat op het programma en ook de grootste binnenhaven ter wereld zal hij opnieuw passeren. “Ik kijk nu al uit naar de aanblik vanaf het water,” zegt hij glimlachend.
Meer weten?
Ik hoor graag van je.
Lydia Hoyer
Manager Duisburg